"Het is de kinderlijkheid die hen verbindt. En ons allemaal.”
Recensie van Once
De voorstelling Once bouwt verder op The Burrow, de bachelorproef van Kika Ilegems aan het Conservatorium in Antwerpen. Net als toen deelt ze de planken met haar vader Herwig Ilegems, bij het brede publiek vooral gekend als acteur en regisseur. In vier fragmenten ontwikkelt zich een woordeloze zoektocht tussen vader en dochter, een zoektocht gemedieerd door objecten en kostuums van de Limburgse beeldende kunstenaar Dirk Hendrikx.
Zo is er het verenpak uit het eerste fragment. Eerst zit het als een mantel rond het lichaam van Herwig, een mantel der liefde waarmee hij zijn dochter Kika omsluit wanneer zij voor de eerste keer komt piepen op het (levens)toneel. Vanuit de veilige geborgenheid van het verenpak ontdekken ze samen de wereld. Maar even later wordt Herwig geconfronteerd met een paradox van het ouderschap: wie zijn kinderen vleugels geeft, moet accepteren dat ze zelf zullen vliegen. Het is voor elke ouder een uitdaging dat te accepteren. Aanvankelijk gebruikt Herwig zijn vleugels als teugels om Kika terug te roepen; de mantel der liefde wordt een dekmantel voor de angst om zijn dochter los te laten, angst ook om alleen achter te blijven. Wanneer het verenpak even later rond Kika haar schouders zit, blijft vader Herwig vleugelloos achter.
In het tweede fragment eist Kika de spotlights op met een matras waarbij in het midden een gleuf werd uitgesneden. Kika stapt er voorzichtig met haar voeten in, als een kind dat eerste stapjes zet in haar ontluikende individualiteit en seksualiteit. Het is een turbulente ontdekkingstocht, zo blijkt uit hevig voetgestamp. Maar wie zoekt, die vindt zichzelf. En dat een matras ook als tutu dienst kan doen. Het resultaat is een innemende solo waar Kika door de lucht en over de grond fladdert. Vader Herwig zit erbij en zingt ernaar. Tot hij toch de neiging voelt om weer contact te zoeken, verkleed als een matras. Helemaal loslaten kan hij niet en dat hoeft ook niet. Kort maar teder is het moment dat hun hoofden rusten op elkaar.
Het besef dat zelfstandigheid en verbondenheid samen kunnen dansen is de aanleiding voor de twee slotscènes waarin Herwig en Kika helemaal uitgroeien tot de persoon die ze willen zijn. Herwig ontvouwt zich als de dolkomische acteur die hij al jaren is, met hilarische expressies en bewegingen die harder blijven plakken dan een zaag aan een magnetenpak. Kika ontwikkelt zich tot een krachtige danser. Haar bewegingen dreunen harder dan de muziek; haar pirouette in cimbalenjurk draait nergens omheen: dit is poëzie! In de persoonlijke ontwikkeling van vader en dochter is er minder samen-tijd, maar de momenten van verbondenheid blijven en beklijven. Ze blazen de liefde tussen hen telkens weer nieuw leven in, die net zoals het plastic zakje in de lucht blijft hangen. Het is die kinderlijkheid die hen verbindt. En ons allemaal.
Recensie: Niels Dewil